Meer statushouders aan het werk in de energietransitie: een win-win voor alle partijen

Ervaringen uit casestudies bieden gemeenten kans op succes

Het tekort aan monteurs zou wel eens de showstopper kunnen worden van de energietransitie, voorspelde Techniek Nederland onlangs. Tegelijkertijd zitten 100.000 statushouders thuis die graag willen werken. Een enorme mismatch dus. Hoe kunnen we die beter organiseren? De City Deal Energieke Wijken gaf experts op dit gebied, Bureau Raakt en IPW Klimaatwerk, de opdracht om dit te onderzoeken, om zo tot een doorbraak te komen. Het resultaat werd onlangs gepubliceerd. “We willen hiermee laten zien: kijk, het kan wel!


Wandel met Mariska Hermens en Charity Timmers door de gangen van het Weener XL, het werk- en ontwikkelbedrijf van de gemeente Den Bosch, en je snapt waarom beide vrouwen worden gezien als een drijvende kracht in veel projecten. Met een brede glimlach, en hier en daar een praatje begroeten ze de mensen die we tegenkomen in de opvallend open, gastvrije ruimte van het ontwikkelbedrijf. Het zijn collega’s, samenwerkingspartners en oud-cliënten, die naar Weener XL komen om te werken, een uitkering aan te vragen of het te hebben over begeleiding richting werk. Het bruist hier, net als Hermens en Timmers.

Het kan wel

Bundel die krachten en je hebt kans op flinke wind mee. En dat was wat er gebeurde in het leerwerktraject in de energietransitie voor ‘kansrijke doelgroepen’ zoals Hermens en Timmers hun kandidaten graag noemen. Het afgelopen jaar gingen er acht statushouders, een anderstalige en een kandidaat met een Nederlandse achtergrond en een afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag in de installatietechniek in de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant. Van de tien deelnemers vonden zeven direct een baan in de installatietechniek, een deelnemer koos voor een vervolgopleiding en twee zijn nog in de matching fase. Een tweede traject met een nieuwe groep is inmiddels van start.

Het verhaal van de arbeidsmarktregio Noordoost-Brabant is een van de drie casestudies die IPW Klimaatwerk en Bureau Raakt analyseerden. In de gemeenten Haarlemmermeer, Amsterdam en Den Bosch (vanuit de arbeidsmarktregio Noordoost Brabant) keken ze naar de manier waarop statushouders vanuit bestaande middelen samen met lokale partners versneld begeleid werden naar technisch werk in de energietransitie. Daarbij analyseerden ze knelpunten en successen, en kwamen ze tot een indrukwekkende lijst aan lessen die overdraagbaar én opschaalbaar zijn. De lessen zijn ter promotie (het kan wel!), maar ook ter analyse: wat kunnen we hier leren van het bestuurlijke, financiële en organisatorische traject?

Leren van ervaringen

Thomas Gesink van Bureau Raakt was vanaf het begin betrokken bij het project. Zo was hij ook bij de ontwerpsessie in Den Bosch die de City Deal Energieke Wijken in juli 2023 organiseerde. Partnergemeenten van de City Deal zetten die dag samen met technische werkgevers en kennisinstellingen de tanden in de vraag ‘hoe kunnen we werkgevers beter begeleiden en enthousiasmeren om statushouders aan te nemen in de energietransitie?’. De ontmoetingen die dag leidden tot de samenwerking tussen een aantal City Deal gemeenten, Bureau Raakt en VluchtelingenWerk Nederland die werd voortgezet in verschillende leerwerktrajecten voor statushouders in de energietransitie. 

Gaandeweg de trajecten ontstond steeds meer de behoefte aan een effectief, duurzaam en financieel haalbaar model dat werkt voor alle betrokken brancheorganisaties, O&O fondsen, gemeenten, werkgeverservicepunten (WSP’s) en arbeidsmarktregio’s (AMR’s) in Nederland, vertelt Gesink. “Ik werk nu ruim vijf jaar aan leerwerktrajecten voor deze doelgroep. De meerwaarde zit hem naar mijn idee in het leren van eerdere ervaringen rondom leerwerktrajecten voor statushouders. Aan de kennis ligt het namelijk vaak niet, die is er soms zelfs in overvloed. Leerwerktrajecten zijn niet nieuw, vaktaal is niet nieuw, werkgevers en kandidaten werven ook niet. Toch blijft het intensief puzzelen om een goed traject te financieren en uit te voeren en loopt het in de praktijk nog wel eens spaak. Daarnaast is er op dit thema vaak geen arbeidsmarktregionale afstemming waardoor AMR’s, WSP’s of gemeenten het wiel opnieuw moeten uitvinden.” 

Kans 

Saskia Zuijderduijn van IPW Klimaatwerk ziet een enorme kans weggelegd voor Nederlandse gemeenten: “Zij moeten de komende jaren tienduizenden statushouders voorzien van huisvesting, een opleiding- en inburgeringstraject, een baan en /of een inkomen. De verwachting is dat de instroom - overwegend mannen van onder de 35 jaar - de komende tijd zal aanhouden. Tegelijkertijd stevenen we af op 40.000 onvervulbare vacatures in de techniek, bouw en installatiebranche. Als actieonderzoeker naar een eerlijke en duurzame toekomst denk je dan: het kan toch niet waar zijn dat we deze kans onbenut laten?”

Investeren in het opleiden van statushouders is een manier om de arbeidsschaarste aan te pakken: “Er zijn geschikte banen, er zijn passende opleidingen en er zijn geschikte statushouders. De ingewikkeldheid zit hem in het intersectoraal organiseren, het werven van deelnemers en het regelen van structurele -in plaats van incidentele- financiering voor het leerwerktraject en een goede landingsbaan bij en werkgever. Vaak loopt het opleiden van deze mensen toch vast in allerlei knelpunten: financiële, culturele, bedrijfsmatige, organisatorische en bureaucratische. Dat zien we in de praktijk waar deze leerwerktrajecten al worden opgezet.”

Regievoering

Een belangrijke les die uit de casestudies komt, is dat er meerdere manieren zijn om leerwerktrajecten te financieren, vertelt Gesink: “Bijvoorbeeld via regionale middelen of vanuit resultaat- of co-financiering met de branche-organisaties.” Een andere les gaat over de planning en het tijdig vinden van vacatures, werkgevers en deelnemers: “Dat is vaak een gigantisch knelpunt, waar je je snel in vergist. Sluit dit aan op de voorwaarden die een gemeente stelt aan de deelname? En sluit het traject tegelijkertijd aan op de wensen van de werkgever of de bouwvak? De lessen die we hebben getrokken uit deze casestudies zijn heel waardevol voor toekomstige trajecten.” Ook een duidelijke taak- en regievoering is essentieel, zag Gesink: “Omdat er vaak meerdere sectoren, organisaties en afdelingen bij elkaar gebracht moeten worden in een leerwerktraject is regie voeren op het geheel belangrijk. Anders loopt het onbedoeld vast.”

In Noordoost-Brabant lieten Hermens en Timmers zien hoe ook een geïntegreerde aanpak van grote waarde kan zijn, vertelt Gesink: “Daar stonden regionale samenwerking, financiële ondersteuning en een goed afgestemde planning centraal: een belangrijke les voor opschaling en verbetering van toekomstige leerwerktrajecten.” Ook een goede relatie met de werkgevers en kennis van de realiteit van de werkvloer waren factoren die meespeelden in het succes van het Brabantse leerwerktraject: “Vroege betrokkenheid van werkgevers via bijeenkomsten en persoonlijke kennismakingen verhoogde de kans op duurzame matches. Het bieden van praktische hulpmiddelen en ondersteuning, zoals jobcoaching en de reguliere Harrie training (gericht op statushouders) en een training interculturele communicatie, verlaagde de drempel voor werkgevers om kandidaten aan te nemen. Vakgerichte taaltrainingen door B-Workz en interculturele workshops voor werkgevers verbeterden de communicatie en samenwerking op de werkvloer. Dit verhoogde de slagingskans van kandidaten aanzienlijk.”

Doorbraakgarage

Met de lessen uit de casestudies wil Gesink, samen met IPW Klimaatwerk en de City Deal Energieke Wijken, gemeenten laten zien wat er nodig is om leerwerktrajecten voor statushouders op te zetten: “Gemeenten kunnen van elkaar leren én ontdekken hoe zij bepaalde succesfactoren van eerdere leerwerktrajecten kunnen toepassen. We weten inmiddels hoe je leerwerktrajecten voor statushouders organiseert. Ik hoop dat gemeenten tijdens de ontwerpfase van een nieuw leerwerktraject onze adviezen gebruiken om een blauwdruk te schetsen die zichzelf al heeft bewezen. Daarna blijven er altijd onbeheersbare elementen inzitten, denk aan uitval tijdens het traject, maar gemeenten hoeven niet meer het leergeld te betalen, begrijpen welke oplossing passend is en kunnen deze ook met direct betrokkenen concreet omzetten in werkplannen en -afspraken.”

Wil je als gemeente concreet aan de slag met alle geleerde lessen, inzichten en aanbevelingen vanuit deze casestudies, dan kan dat middels een zogenaamde doorbraakgarage, vertelt Robert Duiveman van IPW Klimaatwerk: “Samen met direct betrokkenen -ambtenaren, werkgevers, opleiders- kunnen we je als gemeente begeleiden in het opzetten van een leerwerktraject, waarbij we kijken naar mogelijke knelpunten en oplossingen en het maken van concrete werkplannen en -afspraken. Samen gaan we zo aan de slag om tot een doorbraak te komen.” Met een doorbraakgarage maak je de weg vrij voor een opschaalbare oplossing, legt Duiveman uit: “Wanneer je met de nodige partners om tafel vanuit de impact terugredeneert naar het ontwerp, kun je hen committeren op een helder gezamenlijk doel - in plaats van ‘we moeten hierin meer gaan samenwerken’. Vertrekken vanuit de integrale maatschappelijke opgaven geeft een betere vorm en een stevige start aan de noodzakelijke samenwerkingsrelaties rond de oplossing.” 

Aan de slag

Duiveman hoopt dat de cases, de analyse en de aanbevelingen een bron van inzicht en hoop bieden: “We willen hiermee laten zien: kijk, het kan wel! Tegelijkertijd zal bij sommigen misschien de moed in de schoenen zakken. Het lijkt alsof je moet gaan simultaan schaken terwijl je aan het koorddansen ben: het vergt veel inzet èn er lijken veel beren op de weg te zijn.” De aard van de maatschappelijke opgave biedt ons echter geen keus, zegt Duiveman: “Bedrijven hebben geen personeel, statushouders (en anderstaligen) krijgen geen goede plek op de arbeidsmarkt en de energie- en warmtetransitie dreigt vast te lopen. We moeten hier dus mee aan de slag. En het kan: we kunnen inhoudelijk leren van anderen en vervolgens zelf de voorwaarden creëren om het succesvol te maken.”

 

Afbeeldingen

Cookie-instellingen