In Arnhem, één van de partners van de City Deal Energieke Wijken, draait het initiatief SpijkerEnergie volop mee in de wijkgerichte energietransitie. Het levert een belangrijke bijdrage aan het verduurzamen van woningen, het verminderen van energiearmoede én het creëren van werk voor bewoners. Buurtklusser Daniel van den Hanenberg van wijkbedrijf DAZO en Roland Kluskens, senior bestuursadviseur in het sociaal domein, vertellen hoe dat in zijn werk gaat. Kluskens: “Het begint altijd met de droom van een bewoner.”
Een kleurrijke etalage nodigt de bezoeker uit om vooral binnen te lopen bij DAZO, het maatschappelijke projectbureau van bewonersinitiatief de Blauwe Wijkeconomie in het Arnhemse Spijkerkwartier. DAZO staat voor Dit Adres Zoekt Ondernemers, vertelt Daniel van den Hanenberg, buurtbewoner en buurtklusser bij DAZO. En die ondernemers zijn voor DAZO actieve wijkbewoners, ondernemers, docenten en studenten van Hogeschool Arnhem Nijmegen, wetenschappers, bestuurders en ambtenaren van de gemeente Arnhem, het Energieloket, de Energiebank Arnhem en de Voedselbank Arnhem: kortom, alle partijen die mee willen bouwen aan een circulaire, inclusieve wijkeconomie. Samen ontwikkelden zij een wijkgerichte energiearmoede aanpak voor het Spijkerkwartier.
Zonnepanelen
Inmiddels organiseert DAZO opschoonacties, ‘no waste diners’ en wekelijkse wijklunches. Hanenberg vertelt: “Bewoners kunnen er terecht voor vrijwilligerswerk, cursussen, stages, rondleidingen, workshops, of een betaalde baan. Van buurtklusser tot energiecoach, van fietsen opknappen tot oesterzwammen kweken, van ICT en social media tot catering en groenonderhoud, voor iedereen is er wel iets te doen.”
Eén van de thema’s waar de City Deal Energieke Wijken zich op richt, is die van werk en opleiding: hoe kan de energietransitie voor werkgelegenheid zorgen voor werkzoekenden in kwetsbare buurten, bijvoorbeeld in de nieuwe functie van energiefixer, buurtklusser of energiecoach? Het begint altijd met de droom van een bewoner, vertelt Roland Kluskens, senior bestuursadviseur in het sociaal domein bij de gemeente Arnhem: “Zo was er een buurtbewoner die zonnepanelen op zijn dak wilde leggen en bedacht dat zijn buren dat misschien ook wel wilden. Dit mondde uit in een collectieve inkoopactie waarmee ook het dak van het buurthuis werd vol gelegd.” Wat begon met één droom, mondde uit in meer dromen en zo ontstond het idee voor een buurtklusbedrijf in het Spijkerkwartier, vertelt Kluskens. Andere Arnhemse wijken zoals Malburgen en Geitenkamp volgden snel. De snel toenemende energiearmoede die ontstond na de energiecrisis, werkte als een soort katalysator voor dat BuurtKlusBedrijf, ziet Kluskens: “Ik denk dat 80% van het werk nu energiebesparend werk is: maatregelen als het aanbrengen van tochtstrips of radiatorfolie, maar ook het inregelen van de CV zijn veel voorkomende klussen.”
Persoonlijke drijfveren
Of neem de droom van buurtbewoner Stefan. Hij nam als werkzoekende deel aan de training ‘Ontdek je talent, creëer je droombaan’ van het BuurtBaanBureau, die zijn thuisbasis heeft bij DAZO. Kluskens: “Hij raakte in de ban van het gedachtengoed van de Blauwe Wijkeconomie en wilde aan de slag om een bijdrage te leveren aan het voorkomen of verminderen van energiearmoede. Stefan is nu energiecoach, traint energiecoaches en helpt als opbouwwerker bij het opzetten van acties in andere wijken.” De gemeente heeft er bewust voor gekozen om de buurtklussers en energiecoaches sociaal in te besteden: “Een deel van de opdracht legden we bij de Energiebank Arnhem, waar de energiecoaches werken, en bij die buurtklus initiatieven. Op deze manier hebben mensen die het werk uitvoeren toch een betaalde baan.”
De gemeente Arnhem is stakeholder en co-financier van de methodiekontwikkeling van het BuurtBaanBureau, vertelt Kluskens: “Je moet het zien als een innovatieve arbeidsbemiddelingsvoorziening van, voor en door de wijk. Het verbindt het vele formele en informele werk in de wijk met het veelzijdige talent van werkzoekenden uit de wijk. Niet de wet of uitkering is leidend voor deelname aan een traject, maar de postcode. Het BuurtBaanBureau biedt persoonlijke aandacht, groepstrainingen zoals Stefan die volgde, waarbij de persoonlijke drijfveren van mensen centraal staan, en workshops gericht op het vergroten van je netwerk.”
Mooie gesprekken
Ook Hanenberg volgde een training bij het BuurtBaanBureau. Begonnen als vrijwilliger bij de oesterzwammenkwekerij waar hij koffiedik in de buurt ophaalde dat als grondstof diende voor de zwammen, werd ook hij ‘besmet’ door het gedachtegoed van de Blauwe Wijkeconomie. Na de training stroomde hij door als energiecoach, maar besloot na een tijdje toch buurtklusser te worden: “Ik ben een doener, ben graag bezig.”
Hij merkt dat tussen de klussen door vaak mooie gesprekken ontstaan met bewoners: “We moesten laatst een cv waterzijdig inregelen bij een bewoner. Dan heb je steeds tijd dat je moet wachten tussendoor. Genoeg tijd om wat te kletsen dus. Op een gegeven moment vertelde de bewoner dat hij werkloos thuis zat, na een baan bij de afvalverwerking. Hij had op de vuilniswagen gereden. Hij had het moeilijk gevonden om te zien hoe slecht ze met de mensen omgingen en was toen maar gestopt. Maar hij miste het werken. Ik vroeg hem waar hij trots op was en hij vertelde dat hij zelf sieraden maakte. Toen ik hem uitnodigde om mee te doen aan onze training, zei hij meteen ja. Uiteindelijk is hij bij de oesterzwamkwekerij aan de slag gegaan als vrijwilliger, en eens in de week werkt hij als buurtklusser. Hij heeft het weer naar zijn zin in zijn werk: hij kan zijn ei kwijt -hij houdt van dingen maken- en haalt veel voldoening uit het helpen van andere buurtbewoners.”
Sociaal kwartiertje
Dat ‘gezellig kletsen’ heeft een officiële plek ingenomen in de rapportages die Hanenberg schrijft: “Daarin hebben we het ‘sociaal kwartiertje’ opgenomen. Dus niet wat radiatorfolie aanbrengen en hoppakee, weer weg. Nee, echt de tijd nemen om de connectie te kunnen maken en bewust die ruimte pakken. Soms is er behoefte om even te kletsen, en bij sommige mensen hoor je dat ze problemen hebben. Die proberen we dan samen op te lossen. Dat kan zijn door samen even de telefoon te pakken of ze de naam en contactgegevens van de juiste instantie te geven. Maar ze moeten het wel zelf doen: eigen regie is heel belangrijk.”
Kluskens vult aan: “Ik denk dat daar de meerwaarde van onze aanpak zit. Het is bij veel kwetsbare bewoners soms heel lastig om überhaupt achter die voordeur te komen. Maar de energiecoaches en de buurtklussers, die lukt dat wel.” Daarbij helpt het dat ze kunnen zeggen dat ze uit dezelfde buurt komen, zegt Kluskens: “Dat schept vertrouwen: het is een bekend gezicht.” Zo helpt het in de Arnhemse wijk Geitenkamp, een ‘dorp op zich’, dat de buurtklussers van het BuurtKlusBedrijf ‘Geitenkamps’ spreken, vertelt Kluskens: “De deur gaat daar nu sneller open.”
Neutrale partij
Nog een meerwaarde van het buurtklusbedrijf is dat deze als een neutrale partij kan communiceren naar de bewoners: “De man die vrijwilliger werd bij de oesterzwamkwekerij kwam uit een oude wijk waar veel onvrede was onder bewoners. De woningen waren opgeknapt door de woningcoöperatie, maar met nul ingrepen op verduurzaming. Bewoners hadden al verschillende boze brieven naar de corporatie gestuurd, toen het BuurtKlusBedrijf er als een soort derde partij bij kwam. Vanaf dat moment ontstond een heel ander soort gesprek met een andere dynamiek. De bewoners waren nog steeds niet gelukkig met de manier waarop de coöperatie die woningen had aangepakt, maar er ontstond ook begrip dat het niet van de ene op de andere dag anders kon. Samen met de coöperatie maakten de bewoners en het BuurtKlusBedrijf de afspraak dat er wel alvast een aantal ‘quick wins’ werden opgepakt. Toen werd het ineens veel meer een collectieve actie. Het kreeg een vliegwiel logica.” Hanenberg vult aan: “Het schept veel goodwill, omdat je het veel meer een gezamenlijk ding laat zijn. ‘We zijn het samen aan het onderzoeken’ is dan de boodschap naar bewoners.”
Het BuurtKlusBedrijf is nu aan het onderzoeken hoe het meer commerciële opdrachten kan gaan doen, vertelt Hanenberg: “We lopen nu bijvoorbeeld mee met isolatiebedrijfjes om ons daar ook in te laten scholen zodat we meer en beter kunnen gaan isoleren. Ook het energiebesparend werkwillen we meer commercieel aan gaan bieden. Voor de energiebesparende maatregelen hebben we een soort ‘menukaart’ waarin we de verschillende componenten in kaart hebben gebracht: welk gereedschap hebben we nodig, hoe kunnen we dat doen, hoe zorgen we dat we genoeg voorraad hebben?
Verbindingen
Kluskens: “We proberen buurtbanen te creëren, die onderbrengen in een stichting: we zoeken naar manieren waardoor we mensen ook in dienst kunnen nemen, in plaats van dat je afhankelijk bent van tijdelijke subsidies. Zo’n constructie past beter bij wat we willen met elkaar.” Daarbij kijkt Kluskens naar hoe een deel van de ontwikkelvraagstukken van de BuurtKlusBedrijven, deels beantwoord kan worden door nieuwe ontwikkelingen bij het arbeidsontwikkelbedrijf: “Naar het voorbeeld van de Beroepentuin ontwikkelen we een leerwerkomgeving voor assistentberoepen in de energietransitie. Het is de bedoeling dat de BuurtKlusBedrijven enerzijds dienen als vindplek voor deelnemers, maar ook als training- en opleidingsportaal en als mogelijke uitstroomplek. Die verbindingen zijn we nu aan het leggen.”
Ook de ontwikkelpaden Techniek, Bouw en Energie die het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan het ontwikkelen is, ziet Kluskens als een waardevolle aanvulling: “De competenties die buurtklussers en energiecoaches opdoen passen binnenkort ook in bestaande opleidingen. Het zou mooi zijn als we deze groep een mooi diploma kunnen geven.” Arnhem was één van de voorlopers die vanuit de City Deal Energieke Wijken meedeed aan het ontwikkelen van deze ontwikkelpaden, specifiek voor de functie van energiefixer. Ook City Deal partners Amsterdam, Utrecht, Parkstad Limburg, Rotterdam en Groningen dachten mee met de ontwikkelpaden. Kluskens, die op het punt staat de gemeente Arnhem te verlaten, geeft het stokje met vertrouwen over: “Een paar maanden terug kreeg ik echt het gevoel dat er nu in één keer heel veel stukjes op zijn plek vallen.” Niet dat het werk erop zit: “Er valt nog een heleboel te doen.”