Anke van Hal: ‘Beschouw bewoners als onmisbare experts van de wijk’

26-06-2024
0 reacties

Thema: achter de voordeur. tekst: Marianne Lamers

Een duurzame en sociale energietransitie in kwetsbare wijken. Dat is waar Anke van Hal, hoogleraar Duurzaam Bouwen aan de Nyenrode Business Universiteit, zich met veel overtuiging voor inzet. Dat doet ze in haar rol als mede-initiatiefnemer van het Experimentenprogramma Verduurzaming van Kwetsbare Wijken én als ambassadeur van de City Deal Energieke Wijken, duurzaam en sociaal. Wat drijft haar en welke adviezen heeft ze voor de City Deal?

Je houdt je al lange tijd bezig met het thema van bewonersparticipatie en verduurzaming van kwetsbare wijken. Wat raakt je zo bij dit thema?

“Dan moet ik teruggaan naar de ervaringen die ik opdeed tijdens mijn verblijf in het Canadese Toronto, nu acht jaar geleden. Ik leerde er veel over samenwerken met bewoners in het kader van duurzaamheid van het Sustainable Neigbourhood Action Program (SNAP) dat sinds 2010 draait in Toronto en omgeving. In deze holistische, op duurzaamheid gerichte wijkaanpak trekken instanties en bewoners als partners met elkaar op. SNAP ontwikkelt voor elke wijk een aanpak op maat met uiteenlopende activiteiten. Zo werkte het programma in een wijk met een pop-up parkevent waar een dreamwall deel van uit maakte waar bewoners hun droom voor hun wijk op konden schrijven. De ervaringen in Toronto lieten mij zien dat het vroeg betrekken van bewoners bij plannen voor hun wijk voor íedereen gunstig kan uitpakken. Want beleidsmakers en professionals beschikken hierdoor al vroeg over belangrijke informatie voor hun planontwikkeling en bewoners voelen zich serieus genomen bij beslissingen die het meest waardevolle aangaat wat ze hebben: een prettig en een veilig thuis.”
 

Wat is de belangrijkste les die je meenam voor de wijkaanpak in Nederland?

“Maak werk van échte participatie. Beschouw inwoners als volwaardige partners en wees eerlijk over wat er wel en niet kan, en over wat je (nog) niet precies weet. Te vroeg in gesprek gaan met bewoners kan niet, te laat wel. Mijn ervaringen in Toronto vormden een bron van inspiratie van het Experimentenprogramma Verduurzaming van kwetsbare wijken. Voor dit programma ontwikkelden we samen met achttien gemeenten, Platform31, de Nyenrode Business Universiteit en het Verwey-Jonker Instituut, strategieën en oplossingen die bijdragen aan integrale wijkverbetering, voor leefbare en toekomstbestendige aardgasvrije wijken.”


Jouw ambassadeurschap voor de City Deal Energieke Wijken vloeide voort uit jouw betrokkenheid bij dit Experimentenprogramma. Waar zit de meerwaarde van de City Deal in volgens jou?

“Bij beiden initiatieven wordt gekeken naar hoe je de energietransitie kan gebruiken als hefboom om de kwaliteit van leven in kwetsbare wijken te verbeteren. De energietransitie biedt grote kansen om naast een duurzaamheidsopgave ook sociale opgaven in wijken aan te pakken. Het experimentenprogramma en de City Deal houden zich dus bezig met dezelfde vraagstukken. Hoe krijg je de schotten weg tussen de verschillende afdelingen en hoe kun je op projectniveau zorgen dat mensen uit het sociale en het fysieke domein echt gaan samenwerken? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ook bewoners voldoende worden betrokken bij de ideevorming en uitvoering van maatregelen en projecten in hun woonomgeving? In het experimentenprogramma richten we ons bij de beantwoording op die vragen vooral op de mogelijkheden die ambtenaren en andere professionals hebben binnen de huidige context. Binnen de City Deal is er meer aandacht voor verandering van die context. Wat kan er bijvoorbeeld worden gedaan aan financieringsvormen en regelgeving om de samenwerking tussen ambtenaren van het maatschappelijke sociaal domein en die van de fysieke omgeving, duurzaamheid en de energietransitie makkelijker te maken? Zogenaamde ‘koppelkansen’ zijn heel belangrijk en wenselijk maar in de praktijk lastig te realiseren. Vereende krachten zijn daarom noodzakelijk.”


Je hebt het in je werk vaak over de ‘derde succesfactor’, wat houdt dat in?

“Rond de opgave van de energietransitie in de bestaande woonomgeving hebben we het vaak over de derde succesfactor. Want als er één ding is dat het verleden ons heeft laten zien, is dat we er daar met goede technische oplossingen en betaalbaarheid alleen niet komen. Er is nog een andere succesfactor nodig die meer te maken heeft met belangen en met menselijke emoties en gedrag. We proberen de belangen van betrokkenen bij de energietransitie in een wijk te behartigen door middel van duurzaamheidsmaatregelen. Als dat lukt heb je een grotere kans dat mensen echt enthousiast worden. Dat is ook wat ik in Toronto zag: daar werden met behulp van duurzaamheidsmaatregelen zowel de belangen van de betrokken instanties als die van de bewoners behartigd. Een dergelijke werkwijze is in Nederland helaas nog niet erg gebruikelijk.”


Waar gaat het mis volgens jou?

“Hier wordt vaak eerst een technisch plan gemaakt en daarna om de mening van de bewoners gevraagd. Ofwel: wij willen bewoners meekrijgen in de plannen die wij voor ze gemaakt hebben. In Toronto betrok SNAP de bewoners vanaf het allereerste begin en beschouwde ze de bewoners als experts van de wijk. Voordat een project van start ging, nodigde ze iedereen uit die iets wist van de wijk: bewonersorganisaties, de mensen van de riolering, de politie, de huisarts, noem maar op. En bij iedere nieuw project werd een gedragswetenschapper uitgenodigd om de plannen op maat te kunnen maken. Samen deelden al deze mensen wat ze wisten van de wijk en wat de wijk kenmerkte: de geschiedenis, de natuur, criminaliteit, of overlast van hangjongeren. Zo kwam je tot een heel breed beeld van de wijk en leerde iedereen elkaar meteen kennen. SNAP ontdekte zo snel waar de energie zat en dat was uitermate efficiënt. Dat was nog een les: begin niet meteen over energiebesparing, maar luister eerst naar wat bewoners zelf belangrijk vinden. Wat ook hielp was dat SNAP een neutrale partij was en veel vertrouwen genoot van bewoners. Dat is nodig, want we zien in kwetsbare wijken veel wantrouwen bij bewoners.”


Hoe kan je als gemeente dat vertrouwen weer terugwinnen denk je?

“Dat is ook een rol van het programma Verduurzaming van Kwetsbare Wijken en de City Deal: laten zien dat dat wantrouwen een grote rol speelt, en dat als je dingen voor elkaar wil krijgen je daar dus ook zorg aan moet besteden. Neem bewoners serieus, en gebruik hun kennis. Maar blijf ook opgaven met elkaar verbinden. Op dit moment zie ik dat gemeenten er te snel vanuit gaan dat bewoners het ‘nu toch allemaal wel zullen snappen en willen’. Maar ondertussen is er de criminaliteit, de ondermijning, de eenzaamheid, psychische problemen en vooral heel veel wantrouwen. Ondertussen zie ik dat de commerciële bedrijven die gemeentes inhuren vaak de achterdocht opwekken van bewoners. Ik zou het mooi vinden als we een neutrale partij vinden die bewoners vertrouwen en die bewoners ook echt als gelijkwaardige partners beschouwt, dat deze manier van samenwerken ook echt een gestructureerde werkwijze, een standaard manier van denken wordt.”


Hoe verbind jij jouw onderzoek aan de praktijk, en wat heeft de wijk eraan?

“Dat is een van de redenen waarom ik het zo leuk vind om op Nyenrode te werken. Onze universiteit is erg praktijk gericht, en gebaseerd op wetenschappelijke kennis. Het gaat continu twee kanten op. De wetenschappelijke kennis die we hebben, brengen we in de praktijk en vervolgens kijken we wat er mee wordt gedaan. En de praktijkervaring die we zien, koppelen we weer aan de wetenschappelijke kennis die er is, en die passen we dan vervolgens weer aan. Niet wetenschap om de wetenschap dus. Ik geloof heel sterk in, zeker bij urgente opgaven, het hand-in-hand gaan van de wetenschap en de praktijk. Het is een wisselwerking: in de praktijk overheerst de waan van de dag en in de wetenschap kan je uitzoomen en meer terug- en vooruitkijken. En tegelijkertijd kan je zeker in dit vakgebied waarbij zoveel verschillende factoren een rol spelen, nooit helemaal zeker stellen dat iets zo is -het is geen laboratorium-, maar je kan de kans op succes wel vergroten door inzichten mee te geven.”    
 

Sommige mensen vinden het veel te langzaam gaan en geloven niet dat het ons ooit lukt, die energietransitie. Wat zeg je tegen hen?

“In transities zie je in het begin bijna niks gebeuren, en kom je ondertussen steeds meer problemen tegen. Maar dat komt omdat je ermee bezig bent. Zo lopen transities. Er wordt verwacht dat er een rechte lijn loopt van nu naar het doel wat we stelden. We worden afgerekend op het feit dat het aantal woningen vanuit die visie nog niet gehaald is. Maar zo werkt het gewoon niet. De grafiek van transities ziet er eerder uit als een liggende hockeystick. Het kan dus heel goed zijn dat het straks opeens heel erg hard gaat, omdat we dan opeens wel een paar regelingen hebben aangepast. Dat is niet zozeer een kwestie van geduld, maar het besef dat transities zo lopen, en dat je niet alles ziet wat er gebeurt. Maar het gebeurt wel.”


Zie je al plekken waar dat goed gaat?

“Zeker. Er gebeuren op veel plaatsen al veel nieuwe dingen. In Tilburg heb je bijvoorbeeld het project Dubbel Duurzaam, waar ze de energietransitie van woningen koppelen aan opgaven op het gebied van armoede, schulden, werkloosheid, jeugd, ouderen, en eenzaamheid. Ambtenaren vanuit de energietransitie gaan samen bij bewoners langs. Op die manier hoef je maar één keer in gesprek met mensen. Dat klinkt heel simpel, maar is ongelooflijk ingewikkeld om af te stemmen, omdat het twee compleet verschillende werelden zijn. Of in Groningen, daar hebben ze in het kader van Warmtestad, het publieke warmtenet van Groningen, samen met de bewoners de straat helemaal opnieuw ingericht, omdat daar toch die warmte doorheen moest. In Den Haag hebben ze een plein helemaal samen met bewoners op die manier ingericht. In de Groningse buurt Fier en in Klarendal in Arnhem werken de City Deal en het Instituut voor Publieke Waarden samen met de gemeente en andere partijen via de Doorbraakmethode aan het integraal benaderen van huishoudens en het betrekken van bewoners bij de energietransitie. Dus het kan wel.”
 

Wat zou je belangrijkste advies zijn voor de gemeentes uit de City Deal Energieke Wijken?

“Beschouw bewoners als onmisbare experts die je nodig hebt om de energietransitie succesvol door te komen. En zorg dat er genoeg ruimte is om te kunnen vernieuwen. We zitten middenin een transitie. Dat betekent dat het oude systeem is nog is, maar niet meer werkt en het nieuwe systeem er nog niet helemaal is. Dus we zitten in een tussenfase. Ik zie nu continu gebeuren dat er nieuwe dingen worden ontwikkeld die vastlopen op de oude manier van werken. En hierin valt niemand iets te verwijten. Ambtenaren zitten ook gewoon vast aan regels. Die krijgen op hun donder als ze dingen toelaten die nog niet mogen. Dus ergens moet daar boven iemand zeggen: ‘In dit geval mag je een beetje de randen opzoeken, en er misschien wel een beetje overheen.” En daar is het niveau voor nodig waar de City Deal in bezig is. Er moeten mensen zijn die hun nek uit durven steken en durven zeggen: “Wij gaan het gewoon toch een beetje oprekken of anders doen. Want anders blijft het stuklopen.” Ik ben wat dat betreft voor meer ambtelijke ongehoorzaamheid, met het doel om wat meer buiten de lijntjes te kleuren.”

Afbeeldingen

Cookie-instellingen