Jan van Beuningen: ‘Laten we als overheid in de energietransitie meer naast de mensen staan’

25-11-2024
0 reacties

tekst: Marianne Lamers

‘De warmtetransitie slaagt alleen daar waar we de fysieke
transitie verbinden met de sociale transitie’

Jan van Beuningen is directeur Bouwen en Energie bij het ministerie van
Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Wat is er volgens hem in de
komende periode nodig om de energietransitie in kwetsbare wijken te laten
slagen en welke lessen kunnen we meenemen uit de City Deal Energieke
Wijken, Duurzaam en Sociaal?


Bij uw aantreden dit jaar als directeur Bouwen en Energie zei u dat de energietransitie
inmiddels in volle gang is, maar dat het ‘collectiever, inclusiever en in sterkere verbinding
moet met de samenleving’ moet. Kunt u dat toelichten?


“De energietransitie in de gebouwde omgeving gaat best hard, als je kijkt naar de CO2-
uitstoot. Uit de recent verschenen Klimaat- en Energieverkenning blijkt dat we in 1990
nog op 30 megaton uitstoot zaten, en in 2010, toen we er heel veel woningen bij hadden
gebouwd, op 34 megaton. In 2023 was dat gedaald naar 17 megaton. Dus we zijn de
helft minder gaan uitstoten terwijl we als bevolking flink gegroeid zijn. Dat is een goede
ontwikkeling. Je ziet dat mensen ander gedrag zijn gaan vertonen. Vroeger hadden we
de thermostaat op 21 of 22 staan en nu vaak op 19. Die kant noem ik het individuele
spoor: mensen gebruiken minder energie, isoleren hun huis beter of schaffen een
(hybride) warmtepomp aan. Maar het is ook een beetje een vertekend gegeven, want we
zien ook dat er veel verborgen energiearmoede is ontstaan in Nederland. De
energierekening is voor veel mensen een heel groot probleem geworden. Het collectieve
spoor van de warmtetransitie hebben we nog onvoldoende op orde en gaat -in
tegenstelling tot het individuele spoor- nog veel te langzaam.”

Waar moet ik aan denken als u het heeft over het collectieve spoor van de
warmtetransitie?


“Met name aan warmtenetten: zowel midden-temperatuur, als innovatievere lage-
temperatuurnetten die ook koude kunnen leveren. We weten bijvoorbeeld dat juist in de
kwetsbare wijken, waar relatief veel dichte bebouwing en veel hoogbouw is, collectieve
warmte vaak de beste oplossing is. Maar we zien nu dat we de randvoorwaarden voor de
collectiviteit van warmtenetten nog onvoldoende op orde hebben. We kunnen wel zeggen
dat het maatschappelijk het goedkoopst is, maar als het voor de mensen die er wonen
nog niet het goedkoopst is, werkt het verhaal niet. Door andere verwachtingen en
tegenvallende prijzen is het vertrouwen in warmtenetten een beetje weggevallen, en
daarmee ook de collectiviteit. We willen dat die warmtenetten er komen, omdat dat op
bepaalde plekken maatschappelijk het goedkoopst is, omdat het netcongestie kan
voorkomen en omdat bepaalde duurzame warmtebronnen alleen met een warmtenet
ontsloten kunnen worden. Maar dan moet het vertrouwen worden herwonnen. Dat ga je
alleen maar voor elkaar krijgen, als dat warmtenet voor mensen ook het goedkoopst
wordt, en als je de opgaven die voor bewoners in de wijk ook van belang zijn aan elkaar
verbindt. De warmtetransitie slaagt alleen daar waar we de fysieke transitie verbinden
met de sociale transitie. Dus denk aan de portemonnee van mensen, maar ook aan de
leefbaarheid van buurten en hoe we dat met elkaar gaan organiseren. Daarnaast is een
koppeling met andere fysieke opgaven mogelijk, zoals vernieuwing van het riool en
klimaatadaptatie.”

Waar ziet u de meerwaarde van de samenwerking met de City Deal Energieke Wijken op
dit thema?

“Het is van groot belang dat de City Deal Energieke Wijken onderzoekt hoe we die
opgaven aan elkaar kunnen verbinden, om zo die collectieve kant verder te krijgen. Mede
met de input van de City Deal Energieke Wijken hebben we een goed pakket kunnen
maken voor mensen in kwetsbare wijken. Zo is er de mogelijkheid voor gemeenten om
de ISDE-subsidieaanvraag namens woningeigenaren aan te vragen en te ontvangen. Met
deze aanpak kunnen gemeenten de drempel voor inwoners om gebruik te maken van de
subsidieregeling verlagen. Ook denk ik aan de lokale aanpak van het Nationaal
Isolatieprogramma, en het Nationale Warmtefonds waarbij mensen met een inkomen tot
60.000 euro tegen 0% rente geld kunnen lenen voor energiebesparende maatregelen. De
combinatie van die drie moeten we vasthouden door daar stabiel beleid op te maken.
Daarnaast ben ik blij met de middelen die we hebben gehad voor energiearmoede; deze
hebben gewerkt als een katalysator in de wijk. Zo hebben we door de inzet van
energiefixers de sociale verbindingen in wijken kunnen versterken. Er zijn talloze
verbanden en bewonersinitiatieven ontstaan die de transitie verder willen brengen. De
energie die er nu zit, moeten we ook benutten om de lokale aanpak van het Nationaal
Isolatieprogramma verder te brengen. Middels het programma Verbouwstromen, dat de
krachten bundelt om verduurzaming in de gebouwde omgeving te versnellen, kunnen we
verder opschalen en werken naar collectiviteit.”

Wat kunnen gemeenten hierin doen?

“Ik denk dat het voor gemeenten heel belangrijk is om bewoners duidelijkheid te geven
over wat er nu komt in welke wijk. Daar waar een warmtenet komt, moet een gemeente
nog slimmer worden in het koppelen van opgaven in de wijk. Want je krijgt de
warmtetransitie alleen maar voor elkaar als je daar ook de sociale opgaven in mee
koppelt. En die duidelijkheid geeft niet alleen mensen handelingsperspectief, maar ook
bouwers en woningcorporaties. Het gaat sneller als iedereen weet wat de eindoplossing
wordt.”

En welke taak ligt er voor het Rijk?

“De gemeente is er voor het organisatorische spoor, en wij zijn er voor het financiële en
juridische spoor. Wij moeten de randvoorwaarden beter op orde hebben en daar
duidelijkheid over geven. Zo liggen er op dit moment twee belangrijke wetten in de
Eerste en Tweede Kamer. In de Eerste Kamer gaat dit jaar hopelijk de Wet
Gemeentelijke Instrumenten Warmtetransitie (Wgiw) goedgekeurd worden. Die wet geeft
gemeenten een grotere gereedschapskist om de transitie goed en zorgvuldig te kunnen
regelen. In deze wet zit een zogenoemde ‘aanwijsbevoegdheid’ voor gemeenten,
waarmee zij wijken van het gas kunnen halen. Er zit spanning op dit idee van dwang,
maar ook dit kabinet onderstreept het belang van de wet. We moeten mensen zorgvuldig
betrekken in het proces en een goed en betaalbaar voorstel doen, maar als dat er ligt
kunnen we niet de gasinfrastructuur voor de achterblijvers in stand laten. Dan zou er
namelijk een gasnet én warmtenet aangelegd en onderhouden moeten worden. Dat
zadelt ons allemaal op met hoge kosten. Daarnaast ligt in de Tweede Kamer nu de WCW,
de Wet Collectieve Warmte. Daarin zit de tariefregulering van nieuwe warmtenetten en
we hebben voorstellen gedaan waarmee we de betaalbaarheid van warmtenetten
garanderen. Als gemeenten met de Wgiw nu een instrument in handen hebben om tegen
mensen in wijken te zeggen dat aardgas op termijn niet meer beschikbaar is in die wijk,
dan moet je ook een betaalbaar voorstel doen. Daarom wordt er nu een gedachte
uitgewerkt van een prijsgarantie waarmee mensen niet meer moeten betalen dan voor
het alternatief. Als het maatschappelijk het goedkoopst is, dan moet het voor de
eindgebruikers ook het goedkoopst zijn.”

Is dat ook wat u bedoelt met een energietransitie die in sterkere verbinding is met de
samenleving?

“Ik denk dat we ons als overheid meer bewust moeten zijn van hoe ons verhaal feitelijk
landt. We moeten als overheid meer naast de mensen gaan staan en niet met onze witte
boorden een beetje naar beneden gaan zitten wijzen en termen verzinnen waardoor onze
beleidswereld wel klopt, maar die niet aansluiten bij de belevingswereld van burgers. We
mogen scherper zijn op termen als ‘energiearmoede’, ‘kwetsbaren’ en ’beperkt
doenvermogen’. Dit kabinet ziet dat ook als reden waardoor er zo'n grote kloof is
ontstaan tussen bestuurlijk Nederland en mensen die dat ondervinden. We hebben het
mensen enorm ingewikkeld gemaakt.”

Waarom is het zo belangrijk dat we meer naast de mensen gaat staan, en wat zouden we
daar als overheid voor concrete stappen in kunnen zetten?


“Er zijn heel veel mensen zijn die gewoon het goede willen doen en daar hard aan
werken. Het is niet zo dat mensen niet willen verduurzamen. We zien heel veel energie
bij mensen zelf en bij bedrijven. De vraag is hoe je daar als overheid maximaal in
faciliteert. Het vorige kabinet wilde dat de hybride warmtepomp vanaf 2026 verplicht zou
worden op het moment dat een cv-ketel wordt vervangen. Dit nieuwe kabinet schrapte
die verplichting omdat ze mensen niet wil vertellen wat ze moeten doen. We moeten het
verhaal anders gaan vertellen. Ook daar zie ik een rol weggelegd voor de City Deal
Energieke Wijken. Ons verhaal moet zijn dat het voor iedereen ook gewoon iets oplevert,
en dat het niet alleen voor de spreekwoordelijke Tesla-rijdende grachtengordelkant is.
Als we dit verder willen krijgen, dan is het verhaal: “De energierekening is heel hoog en
het is ingewikkeld om dat op te lossen, maar ik help je daarbij.” Dus we gaan meer
ontzorgen en meer regelingen samenvoegen. We gaan het simpeler maken en we gaan
naast je staan.”

Afbeeldingen

Cookie-instellingen