Maureen van Eijk is directeur van het Nationaal Programma Lokale
Warmtetransitie (NPLW), een belangrijke samenwerkingspartner van de City
Deal Energieke Wijken, duurzaam en sociaal. ‘We zijn blij dat we de legacy van
de City Deal kunnen overnemen en verbreden naar de 342 gemeentes waar wij
voor werken. Wij voelen ons schatplichtig om verder uit te dragen wat de City
Deal heeft opgebouwd.’
Waarom was het in 2021 voor jullie belangrijk om als partner deel te nemen aan de City
Deal?
“Wij* wilden graag meedenken en -ontwikkelen in de innovatie die nodig was om de
koppeling te kunnen maken tussen de energietransitie en de sociale en fysieke opgave in
kwetsbare buurten, door expertise in te brengen en lessen en ervaringen met elkaar te
delen. Daarbij verwachtten we van de City Deal te kunnen leren. Het NPLW ondersteunt
gemeenten in hun regierol om alle woningen en andere gebouwen aardgasvrij te maken.
Voor de City Deal is het aardgasvrij maken van wijken geen doel op zich, maar een
middel om de dagelijkse uitdagingen van bewoners van kwetsbare wijken aan te
pakken.”
* In 2021 werd de dealtekst van de City Deal ondertekend door het landelijke initiatief Programma Aardgasvrije Wijken (PAW); dit programma ging op 1 januari 2023 samen met het Expertise Centrum Warmte (ECW) verder als NPLW.
Is jullie verwachting ook uitgekomen?
“Zeker. We hadden destijds zo’n 66 projecten lopen door heel het land waarin we wijken
aardgasvrij probeerden te maken. Daarbij merkten we dat de mensen die onze hulp het
hardst nodig hadden, vaak niet de kennis, de kunde of het geld hadden om hierop in te
zetten. Bij PAW zat veel technische kennis, maar we wisten niet goed hoe we de mensen
mee moesten krijgen, die niet mee konden of wilden. Hoe zorg je dat bewoners weten
wat er speelt, wat het belang daarvan is, dat ze dit willen en dat we ze daarbij kunnen
helpen? De link met sociaal ontbrak eigenlijk. En dat was wat de City Deal ons bracht. De
kennis en ervaring vanuit de City Deal leerde ons bijvoorbeeld heel veel over het maken
van verbinding met bewoners, en het creëren van een draagvlak.”
Kan je daar een voorbeeld van geven?
“Onze prioriteit ligt bij het isoleren van woningen. Daar speelt energiearmoede natuurlijk
ook een rol, maar als het gaat over het aanleggen van warmtenetten, gingen wij eerder
het gesprek aan met de woningcoöperatie of de afdeling duurzaamheid, dan met iemand
vanuit het sociaal domein. Het was voor ons echt een eye-opener hoe we in die
verduurzamingsopgave beter gebruik konden maken van de kennis en kunde van het
sociaal domein. En natuurlijk blijft het ook ingewikkeld en een zoektocht, om fysiek en
sociaal beter op elkaar aan te laten sluiten. Op het moment dat je druk bezig bent om
iemand uit de schulden te halen, is het isoleren van de woning niet het eerste gesprek
dat je voert. Ook zie je verschillende tijdsframes: bij duurzaamheid gaat het over het
algemeen over wat langere investeringen. Toch zien we, met dank aan de City Deal, bij
zowel fysiek als sociaal een bewustwording ontstaan dat je elkaar nodig hebt, wil je echt
wat verbeteren in de leefbaarheid van wijken.”
Je hebt in je werk, onder meer als armoederegisseur voor de gemeente Amsterdam, al
veel ervaring gehad met kwetsbare wijken. Waarom is het zo belangrijk dat de
energietransitie juist in dit soort wijken slaagt?
“Ik weet nog dat de gedachte voor de energiecrisis was dat verduurzaming een luxe was,
niet weggelegd voor de mensen die het zich niet kunnen veroorloven en andere dingen
aan hun hoofd hebben. De energiecrisis maakte duidelijk dat energie een primaire
levensbehoefte is die helemaal niet vanzelfsprekend is. Dat gaf de opdracht van de City
Deal een enorme boost. Bovendien zetten jullie de opgaven om in kansen. Zo richtte de
City Deal zich ook op andere sociale opgaven in de wijk, zoals bewoners toe leiden naar
werk en opleiding. De energiefixing initiatieven, waarbij mensen uit de wijk als
energiecoach of buurtklusser aan de slag gingen om de huizen van buren te
verduurzamen, is daar een goed voorbeeld van. Bovendien werd nog duidelijker dat veel
van de mensen die het moeilijk hebben, de overheid wantrouwen. Dat hoorden we veel
terug van gemeentes in het begin: ‘We bieden het ongeveer gratis aan en mensen laten
ons nog niet toe.’ Nee, precies. Dus waar ligt het dan aan? Als jij als overheid deze
mensen wil bereiken met een energieaanpak, zul je iets extra’s moeten doen.
Ik zag in mijn rol als armoederegisseur dat peergroups super belangrijk waren,
mensen die belangrijke eigenschappen of ervaringen met elkaar delen. Je ziet bij die
energiefixing initiatieven dat mensen sneller de deur opendoen voor iemand waar ze
vertrouwd mee zijn. Maak daar gebruik van. Wil je als gemeente op
duurzaamheidsgebied wat doen, organiseer dan een gezamenlijke kookcursus op inductie
bij Mientje of bij Fatima. Voer met elkaar het gesprek over hoe je beter kunt isoleren en
welke lokale klusdienst je daarvoor inzet.”
Sluit vooral aan op netwerken en structuren die er al zijn in de wijk, zeg jij.
“Ja, en dat is natuurlijk ook echt de kracht van deze City Deal. Omdat het sociaal als
uitgangspunt neemt en kijkt hoe het bestaande netwerken kan gebruiken om
duurzaamheid op de agenda te krijgen.”
Welke rol zie je voor NPLW in de borging van de geleerde lessen uit de City Deal?
“Het idee van de City Deal is het uitwisselen van kennis, ervaringen en mooie
voorbeelden. En dat je daar gelegenheid voor creëert door het organiseren van
bijeenkomsten waar mensen elkaar ontmoeten en van elkaar te leren. Dat zullen we
zeker voortzetten. Zo is er op 13 mei de Impuls dag isoleren, voor gemeenteambtenaren
die zich bezighouden met de isolatieaanpak binnen hun gemeente en organiseren we op
29 oktober 2025 samen met het Nationaal Programma Regionale Energie Systeem het
Congres Regionale Energie en Lokale Warmte in de Jaarbeurs in Utrecht. Daarbij maken
we dankbaar gebruik van het netwerk dat jullie hebben opgebouwd, en verbreden we dat
naar het netwerk van alle 342 gemeentes die we als NPLW bedienen.”
Welke kansen zie jij in het verder verduurzamen van kwetsbare wijken?
“Dat iedereen meedoet. Dus ook mensen in kwetsbare situaties. Mensen met minder
financiële middelen moeten ook het gevoel hebben dat zij erbij horen en dat er voor hun
gewerkt wordt. Daar kun je als gemeente denk ik veel in betekenen. Het is zo nodig.
Mensen in kwetsbare wijken zitten vaak het merendeel van de tijd thuis, omdat ze geen
geld of werk hebben en geen mogelijkheid hebben om hun huis uit te gaan. Juist voor
hen is duurzaamheid belangrijk. Ik ben pleegmoeder van een kind met een Surinaamse
achtergrond en kan me het bezoek aan de moeder nog goed herinneren, nog ver voor de
energiecrisis. In haar huis was het midden in de winter 24 graden. Dat was voor haar de
enige manier om het leven nog een beetje leuk te vinden, met de weinig middelen die ze
had. Juist voor deze mensen is isoleren superbelangrijk.”
Welke rol kan NPLW hierin spelen, denk je?
“Dat zit hem vooral in onze kerntaken: goed signaleren en agenderen wat er speelt en
anderen daarover informeren door mooie voorbeelden te laten zien waarin we gemeentes
handelingsperspectief bieden. En natuurlijk het blijven organiseren van bijeenkomsten,
over het warmteprogramma bijvoorbeeld. Alle gemeenten moeten in 2026 in
een warmteprogramma vast hebben gelegd welke wijken, buurten en dorpskernen voor
2035 van het aardgas afgaan. Daarover zeggen wij: maak dat zo ambitieus mogelijk, pak
de regie, en kijk daarin ook naar koppelkansen: als je als gemeente dan toch de
openbare ruimte van plan bent her in te richten, kijk dan ook meteen of je dat kunt
combineren met bijvoorbeeld de aanleg van een warmtenet.
Energieke Wijken heeft met dertien gemeentes hele mooie dingen gedaan. En we
zijn blij dat we deze legacy kunnen overnemen en verbreden naar de 342 gemeentes
waar wij voor werken. Wij voelen ons schatplichtig om verder uit te dragen wat de City
Deal heeft opgebouwd: wij zullen blijven laten zien dat door duurzaamheid, fysiek en
sociaal aan elkaar te verbinden, een integraliteit ontstaat die keihard nodig is om
iedereen mee te krijgen in die warmtetransitie. We hebben iedereen nodig. Iedereen wil
een duurzame energievoorziening die betaalbaar, haalbaar en betrouwbaar is.”