Tekst: Marcel Bayer
Foto: Bart van Hattem
Van problemen kansen maken. In de kern is dat wat de City Deal Energieke Wijken, duurzaam en sociaal beoogt. Bewoners in kwetsbare wijken meenemen in de energietransitie, en daarmee tegelijkertijd proberen ze financieel weerbaarder, gezonder en gelukkiger te maken. Het is nogal wat, maar alle betrokkenen en ondertekenaars van deze City Deal hebben er vertrouwen in dat het kan, laat een enthousiaste projectleider Regien van Adrichem weten.
Voor mensen met een minimuminkomen klinkt het verhaal van de energietransitie als een ver-van-mijn-bedshow. Het is iets waar ze helemaal niet mee bezig zijn omdat ze wel wat anders aan hun hoofd hebben. Deze grote groep Nederlanders meenemen in de energietransitie is, naast ruimtelijke inpassingen van windmolen- en zonneparken voor duurzame stroomopwekking, misschien wel de grootste uitdaging voor overheden, corporaties en maatschappelijke organisaties.
Extra aandacht gaat daarbij uit naar de groep eigenwoningbezitters die niet de mogelijkheid heeft om te investeren in de energietransitie: mensen die de afgelopen jaren met wat spaargeld de sociale huurwoning van de corporatie hebben gekocht. Isoleren van de vaak verouderde woningen, zonnepanelen aanschaffen en het huis voorzien van gasloze warmte is voor hen niet aan de orde. “Het vraagstuk van de particuliere eigenaren is het meest ingewikkeld. Als we niet oppassen hebben we straks wijken waar wel alle corporatiewoningen van het gas af zijn, goed geïsoleerd, maar waar particuliere eigenaren achterblijven”, zegt Regien van Adrichem, projectleider Energieke Wijken, duurzaam en sociaal.
Blokkades wegnemen
De gedachte achter deze City Deal is de energietransitie voor deze doelgroep en in deze wijken te verbinden met opgaven op het gebied van leefbaarheid, gezondheid en werkgelegenheid. Zo kan het isoleren en gasvrij maken van woningen bijdragen aan de lokale werkgelegenheid. En aan het reduceren van schuldenproblematiek en gezondheidsproblemen, bijvoorbeeld door energiearmoede tegen te gaan, te zorgen voor schonere lucht in huizen en door eenzaamheid te bestrijden.
Door zo aan te sluiten bij de dagelijkse zorgen van bewoners, wordt tevens het draagvlak voor de energietransitie vergroot. Van Adrichem: “Voor mensen die al in een moeilijke sociaal-maatschappelijke positie zitten, is dat gewoon veel moeilijker. Indachtig de quote van Pieter Hilhorst (politicus en publicist, red.): ‘Als je rood staat, kun je niet groen denken’. We zien het in de praktijk. Je moet ook andere vraagstukken achter de voordeur oplossen wil je mensen in de gelegenheid stellen om mee te doen aan de energietransitie.”
‘Als je rood staat, kun je niet groen denken’
In City Deals werken steden en rijk samen aan domeinoverstijgende opgaven. Naast tien steden en drie corporaties zijn aan deze deal het ministerie van BZK (met de programma’s Leefbaar&Veiligheid en het Programma Aardgasvrije Wijken) ook de departementen van OC&W en SZW aangehaakt. Met elkaar gaan ze innoverende aanpakken beproeven om doorbraken te forceren. Dan kan gaan om belemmerende wet- en regelgeving die blokkades opwerpt, maar ook om experimenteerruimte. Leren van elkaars aanpakken is belangrijk in de City Deal. “Als Rotterdam een goede aanpak heeft ontwikkeld voor het meekrijgen van kleine VvE’s in de energietransitie, kan die aanpak wellicht Arnhem ook helpen. En de wijkhub in Weert kan een voorbeeld zijn voor Zeist”, zegt Van Adrichem. De City Deal heeft ook een nauwe link met het Volkshuisvestingsfonds, waar ruim 400 miljoen euro in zit, met als doel om particuliere eigenaren drie labelsprongen te laten maken. “Een aantal steden in onze City Deal hebben een toekenning gekregen. Nu moeten steden gaan kijken hoe ze die bijdrage gaan inzetten. Belangrijk is dat dat zorgvuldig gebeurt en dat perverse financiële prikkels worden voorkomen. Neem het voorbeeld van een inwoner die met behulp van een energiecoach heel veel op haar energierekening had bespaard en 1100 euro terugkreeg, maar vervolgens werd gekort op haar bijstandsuitkering. Dat soort dingen, waar je als overheid het schaamrood van op de kaken krijgt. Zo help je de energietransitie niet, en ook de mensen niet.”
Voelsprieten in de buurt
Tien gemeenten hebben zich aangesloten bij deze City Deal: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Groningen, Arnhem, Nijmegen, ’s-Hertogenbosch, Tilburg, Weert en Zeist. Elk voor zich hebben ze specifieke redenen om mee te doen. Zo wil ’s-Hertogenbosch buurtverbetering en verduurzaming écht starten bij de bewoners. Arnhem wil de energietransitie nadrukkelijk koppelen aan de andere opgaven in de wijk, met name het tegengaan van armoede en het verbeteren van de positie van de kwetsbare inwoners. Groningen zet zich in om de verbinding te maken tussen de energietransitie en het verbeteren van de openbare ruimte. Met name de aanleg van het warmtenet levert concrete kansen op voor meer groen, meer ruimte voor ontmoeten en bewegen, verkeersveiligheid en het afkoppelen van regenwater (klimaatadaptatie).
Langs vier werklijnen gaan de deelnemende partijen op zoek naar innovatieve oplossingen voor de dagelijkse vraagstukken: kansen voor kwetsbare huishoudens, naar werk en opleiding, stimulering particuliere eigenaren, met de energietransitie naar een betere openbare ruimte.
Altijd is de concrete praktijk in buurten en huishoudens het vertrekpunt
Altijd is de concrete praktijk in buurten en huishoudens het vertrekpunt. Juist die voelsprieten in de buurten zijn enorm belangrijk, benadrukt Van Adrichem. “Ik ben een paar weken terug op bezoek geweest in het Arnhemse Spijkerkwartier, waar een buurtbanenwinkel wordt gerund door speciaal opgeleide vrijwilligers uit de buurt. Die komen heel anders binnen bij de mensen dan wanneer een ambtenaar van de gemeente aanbelt. Daar moeten we gebruik van gaan maken om mensen te bereiken en helpen. Het wantrouwen van mensen ten opzichte van de overheid is gewoon groot.”
Doorbraken realiseren
De selectie van grote, middelgrote en kleinere steden garandeert dat de vergaarde inzichten en ervaringen voor andere gemeenten bruikbaar zijn. Marian Arts, projectleider bij de gemeente Weert is hier stellig in: “Je kunt je natuurlijk afvragen wat Amsterdam kan leren van Weert. In Weert maken we met de corporatie en maatschappelijke instellingen een wijkhub, waar we gaan samenwerken en geen discussie voeren over wie de koffie en de postzegels betaalt, of wie de deur opendoet. Het gaat om het verbinden van partijen die in de wijk actief zijn om niet naast maar met elkaar te werken. Ook worden in de wijkhub het sociale en fysieke domein met elkaar verbonden. De urgentie is hoog, we moeten aan de slag. Over een jaar wordt er geëvalueerd. Weert gaat ervanuit dat de wijkhub een vervolg krijgt. Daar kan iedereen van leren.”
‘Energiearmoede ligt levensgroot op de loer’
Van Adrichem ziet bij alle deelnemende partijen een enorme gedrevenheid, puur vanuit het besef dat nietsdoen geen optie is. Ze wijst op de verslechterende positie van mensen in kwetsbare wijken. “Je ziet dat de positie van zowel groepen in de sociale huur als van kwetsbare particuliere huiseigenaren steeds slechter wordt. Ze hebben nu geen geld en organisatiecapaciteit om mee te doen, terwijl we de energieprijzen en vooral die van gas met sprongen omhoog zien gaan. Energiearmoede ligt levensgroot op de loer.”
Tegelijkertijd is er de zoektocht naar wat wel te doen. Daarbij blijft domeinoverstijgend werken moeilijk, beseft de projectleider van de City Deal Energieke Wijken, duurzaam en sociaal. “Of je nou bij de gemeente of het Rijk zit. Iedereen werkt met afzonderlijke begrotingen, met schotten ertussen. We zien bijvoorbeeld dat geoormerkt geld uit het sociaal domein heel moeilijk voor andere zaken in is te zetten. Vooral grote en dure infrastructurele projecten hebben een van tevoren vastgelegd marsroute, waar moeilijk iets in te veranderen is. De ingewikkelde sociaal-maatschappelijke onderwerpen, waarbij het om mensen gaat, sluiten daar moeilijk op aan. Het is zo ingewikkeld om naast elkaar aan te pakken. We gaan er in de City Deal mee aan de slag met departementen, gemeenten en corporaties. We hebben in ieder geval korte lijnen. Ik vind de City Deals een belangrijk instrument om gezamenlijk doorbraken op lastige vraagstukken te bewerkstelligen.”