Van systeemambitie naar wijkpraktijk
In de City Deal Energieke Wijken, duurzaam en sociaal werkten partijen samen om hun aanpakken en ervaringen rond de energietransitie en de verbetering van leefbaarheid in kwetsbare wijken te versterken én te delen. De concrete praktijk in buurten en huishoudens was daarbij steeds het vertrekpunt. De stedelijke vernieuwingsgebieden, zoals opgenomen in het programma Leefbaarheid en Veiligheid, dienden als belangrijke inspiratiebron.
Een belangrijke uitdaging binnen de City Deal was het verzilveren van koppelkansen: hoe vertaal je ambities op het gebied van energie, klimaatadaptatie, sociale veiligheid, gezondheid, werkgelegenheid en openbare ruimte naar de schaal van de wijk? En welke ruimte in beleid, regelgeving of uitvoering is dan nodig om maatwerk te leveren?
De City Deal benaderde deze vragen langs vier werklijnen, waarbij partners experimenteerden met nieuwe werkwijzen en integrale aanpakken in de wijk. Deze werklijnen vormden de rode draad van de samenwerking – en zijn tegelijkertijd de tastbare plek waar de systeemwereld en de leefwereld samenkwamen.
Vanuit vier werklijnen is in meer dan tien gemeenten praktijkgericht geëxperimenteerd, geleerd en vernieuwd.
In werklijn 1 stond de vraag centraal: hoe bereiken we kwetsbare huishoudens op een manier die aansluit bij hun leefwereld? In meerdere steden zijn energiecoaches opgeleid die letterlijk bij mensen thuis kwamen. Ruim 200 huishoudens kregen ondersteuning, niet alleen technisch – met kleine energiemaatregelen – maar ook sociaal. De huisbezoeken leverden gesprekken op over schulden, gezondheid en eenzaamheid. Hierdoor ontstond meer mentale ruimte en zelfvertrouwen bij bewoners. De energietransitie werd zo geen opgave van bovenaf, maar een kans om de basis te versterken.
Werklijn 2 richtte zich op werk en opleiding. In samenwerking met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en praktijkleren zijn leerwerktrajecten ontwikkeld, waarmee jongeren, werkzoekenden en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan de slag konden in hun eigen wijk. Ze werden opgeleid tot energiecoach, energiefixer of voerden kleinere klussen uit bij buurtbewoners. Deze trajecten gaven mensen een nieuw perspectief en droegen tegelijk bij aan het vergroten van lokaal vakmanschap.
In werklijn 3 lag de focus op particuliere woningeigenaren. Zij vormen een diverse en soms moeilijk bereikbare doelgroep, zeker in gemengde wijken met uiteenlopende inkomens en woningwaarden. De City Deal ontwikkelde en testte financieringsvormen die aantrekkelijker en toegankelijker zijn, ondersteund door collectieve communicatie en maatwerkadvies. De betrokken steden zagen dat vertrouwen groeit wanneer bewoners goed geïnformeerd worden, weten wat hun opties zijn, en geholpen worden bij het zetten van de eerste stap.
Werklijn 4 liet zien hoe de openbare ruimte kan meebewegen met de energietransitie. In verschillende buurten zijn herinrichtingen benut om vergroening, verkoeling en ontmoeting te stimuleren. Denk aan groene pleinen, waterdoorlatende bestrating of speelplekken die samen met bewoners zijn ontworpen. Deze projecten maakten zichtbaar dat de energietransitie niet alleen over techniek gaat, maar ook over leefbaarheid, gezondheid en sociale samenhang in de wijk.
De City Deal heeft niet alleen instrumenten, trajecten en werkwijzen opgeleverd, maar ook inzichten die verder reiken. Wat nodig is voor succes? Samenwerking op alle niveaus – lokaal, regionaal en landelijk. Vertrouwen tussen partners en bewoners. En ruimte om te experimenteren en fouten te mogen maken. De betrokken partijen – gemeenten, ministeries, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen – hebben laten zien dat het mogelijk is om systemen te verbinden en muren tussen domeinen te slechten.
Hoewel de City Deal als formele samenwerking is afgerond, leven de lessen voort. In beleid. In de praktijk. En in de hoofden van iedereen die meewerkte aan betere buurten voor iedereen.
Klik hier om te kijken wie er werkt binnen welke werklijn