Opbouwwerker 3.0
Enthousiast vertelt Asscher over de transformatie en de kansen die hij vond in Heerlen, en hoe hij iedere week weer ‘zingend de A2 afging’ om de ‘echte strijd’ van mensen in kwetsbare wijken in Heerlen Noord te begrijpen; een werkelijkheid die zoals Asscher benadrukte, ‘veel verder gaat dan alleen data en statistieken’. De energietransitie, zo besefte Asscher eens te meer, ‘is geen project, maar een verandering.’
De woorden van Asscher vinden weerklank in de zaal. Zo doen de uitspraken van Asscher denken aan een warm pleidooi voor de ‘opbouwwerker 3.0’: “In de jaren 70 en 80 gingen veel wijken in Nederland gebukt onder grote problemen en ondergingen zij dankzij het harde werken van veel opbouwwerkers een enorme transformatie. Die energie hebben we nu weer nodig.” De term kan bij Asscher - ‘groot verzamelaar van exotische titels’- rekenen op een enthousiaste reactie: “Een geweldige titel.”
Bezoekwerken
Hij geeft de deelnemers van vandaag nog een aantal concrete tips mee in het bestendigen van verandering: “Zorg dat je plan aansluit bij het DNA van de wijk, heb een ‘doorvoeld idee’ hoe je het samen met de bewoners gaat doen en hoe je ze daarbij betrekt en zorg dat de verhouding tussen de gemeente en het uitvoerende programmabureau werkbaar is. Wees je er bijvoorbeeld van bewust dat het tempo van een gemeente veel lager ligt dat van een bureau.” En het allerbelangrijkste, ‘nog belangrijker dan geld’: “Oprecht geëngageerd commitment. Als dat er niet is, komt het plan met een klein zuchtje wind op de stapel. Dat vergt empathisch nadenken.” Asscher is om die reden groot voorstander van ‘bezoekwerken’ en sluit aan bij de woorden van wethouder Van Drunen om bewoners actief op te zoeken: “Pas dan kan je dingen bedenken die recht doen aan de complexiteit van de samenleving.”
Anke van Hal, hoogleraar Duurzaam Bouwen aan Nyenrode Business Universiteit, kan niet anders dan aansluiten bij de woorden van Asscher. Ze vertelt over de periode dat ze in Toronto woonde en hoeveel ze leerde van de lessen van de energietransitie in deze Canadese stad: “Ook daar werd gekeken hoe we die energietransitie kunnen gebruiken om het dagelijks leven van de mensen in kwetsbare wijken te verbeteren. Een belangrijke les: zet de bewoners centraal, zij vormen de rode draad in elke wijk. Buurthuizen zijn in dat licht ongelofelijk waardevol voor energietransitie.”
Verandering
Asscher herkent het wantrouwen waar gemeenteambtenaren in Groningse wijken mee te maken krijgen ( ’Als je aanbelt sta je al met 3-0 achter:’): “Het vertrouwen in de overheid bij veel bewoners is zo dun, dat vergt iets van ons allemaal. We moeten onszelf een spiegel voorhouden: doen we wel genoeg, doen we wel echt iets?” Hij juicht om die reden de basisgerichte aanpak van gemeenschapsbetrokkenheid in de energietransitie in Groningen van harte toe: “Iedereen die energietoeslagen ontvangt wordt ook benaderd voor duurzame initiatieven. Zo kan je verandering bewerkstelligen."
Ook het ontwikkelpad voor de energiefixer dat het ministerie van SZW aan het ontwikkelen is samen met enkele City Deal gemeenten, noemt Asscher ‘een geweldig voorbeeld waarbij je mensen echt iets geeft’: “Door zo’n instapbaan goed in te bedden in de beroepspraktijk en de sociale structuren kan je ervoor zorgen dat dit bestendigd wordt.”
Menselijke waardigheid
Asscher is trots op het Tijdelijk Noodfonds Energie (TNE) dat hij mede opzette toen de nood in veel wijken hoog was: “Voor mensen die een groot deel van hun inkomen kwijt waren aan energie, betaalde het fonds een deel van de energierekening. In 2023 heeft het fonds meer dan 50.000 gezinnen geholpen met minder betalen voor energie. Het was een gerichte maatregel waarbij we veel mensen konden helpen.” Het noodfonds komt ook in 2024 beschikbaar en biedt goede mogelijkheid om de aanvragers uit de 20 stedelijke focusgebieden direct ook een aanbod te doen voor ondersteuning bij verduurzaming van hun woning.
Afsluitend wil Asscher het publiek nog meegeven hoe belangrijk het is om te denken vanuit ‘menselijke waardigheid’: “Je verplaatsen in iemands leefwereld kan dingen veranderen. Hoe kan je een menswaardig leven leiden in dit rijke land? Daarvoor moet je niet alles monetariseren, maar ligt de oplossing ook in het creëren van banen.” Systeeminterventies hoeven daarbij niet geschuwd te worden. Asscher laat weten een voorstel te hebben gedaan voor een zogenaamd ‘BZK-klasje’, à la het geroemde ‘diplomatenklasje’, het internationale traineeship van het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarin jonge talenten worden opgeleid om Nederland op één van de meer dan 150 posten in het buitenland te vertegenwoordigen. “We moeten niet alleen de lat hoog leggen, maar ook nadenken over waarom het systeem deze ongelijkheid reproduceert. Wat kunnen we daaraan doen? Laten we daar vooral ook jonge, getalenteerde mensen (¨De directeuren en DG’s van de toekomst¨) bij uitnodigen om over mee te denken en aan mee te werken in onze kwetsbare wijken.”